петак, 30. март 2012.

Boontje

In de werken van L.P. Boon, zoals Mijn kleine oorlog, De Voorstad Groeit, Abel Gholaerts, Manuet of Vergeten straat, komt men tegen Boon die een gefrusteerdePygmalion bleek te zijn.  Door zijn beroemde gezegden ‘Schop de mensen tot zij een geweten krijgen’ en ‘Wat heeft het alles voor zin?’ toonde Boon op een zo helder mogelijke manier zijn kritische verhouding tot het wereldbeeld en ‘’de kleine man tegenover de groote oorlog’’. Men kan zowel het‘’sterke socialistisch engagement en een nooit aflatende sympathie voor de kleine man’’ als  Boon’s scherpe kritiek op de jeugd van toen  juist door  de ‘’idealisme en pessimisme’’ die ‘’bij Boon nochtans altijd de twee zijden van eenzelfde medaille zijn geweest’’. Zo’n verhouding is in bijvoorbeeld Mijn kleine oorlog duidelijk te vinden:’’... Zij hebben de bommen horen vallen en spreken over doden als over afgevallen blaren en swingen swingen. Mientje is op vijf stappen de hele dansvloer rond maar ze heeft er ook de benen naar, jong en mooi, alhoewel ze opgegroeid is al aanschuivend voor kolenafval en haring, in zon regen en wind.‘’ Hij bekritiseerde ook de nieuwe consumptiemaatschappij en de mens die geen meer geest en waarden bleek te hebben – ‘’de arme kleine vertrapte gehoonde bespuwde en met beloften gepaaide man... die nog nooit wat anders deed dan staan wachten voor iets..’’: ‘’O zij weten verdomd goed dat ze betaald moeten worden als ze iets voor elkaar doen, en zitten in de cremerie waar geen roomijs meer is maar gewoon ijsconsumptie en gaan naar de bioscoop... en ze vinden die Duitse films mooi waarin men walst en de swing als iets barbaars voorstelt – want ze denken nooit na, ze aanvaarden alles wat ze krijgen kunnen...  En de dingen waar wij in onze jeugd van gedroomd hebben vindt zij belachelijk.’’ Boon staat ook bekend om ‘’feller en gedurfder ‘’te zijn... omdat hij ‘’de sociale ellende en de duistere driften minder versluierd beschreef’’



Нема коментара:

Постави коментар