Het hoofdthema in deze fase van Eschers werk is
spiegeling. Hier onderscheidt Escher zelf twee manieren waardoor de spiegeling
weergegeven werd: in het water en in een
weerkaatsende bal.
Een voorbeeld van de spiegeling in het water is
Eschers ’Drie werelden’.
Dit is tegelijkertijd een weergave van een continuüm m.a.w. van Eschers
obsessie met het idee van oneindigheid. Op deze lithografie ziet men drie
werelden die niet uiteengaan maar die in een harmonieuze samenhang op elkaar
aansluiten. De eerste wereld wordt
vertegenwoordigd door afgevallen bladeren die op een oppervlakte drijven naar
een onbekende horizon en daarmee wordt de oppervlakte van het water (vijver)
gesuggereerd. De tweede wereld werd weergegeven door de bomen die weerspiegelen
in de vijver en die ver in de achtergrond lijken te staan . Daardoor wordt het bestaan van ruimte gesuggereerd . In de
voorgrond zwemt een vis in de vijver en die vertegenwoordigt de derde
wereld. Hier zien we duidelijk symbolen
van water (de vijver en de vis) en aarde
(bladeren en bomen) maar toch kunnen we de takken die hoog boven het water stijgen als symbool van lucht
beschouwen.
De spiegeling in een bol zien we op Eschers ’ Hand met weerkaatsende
bal.’ Hoewel deze lithografie chronologisch tot zijn eerste periode behoort beschouwt
men die ook als een vertegenwoordiger van tweede fase vanwege een duidelijk
gebruik van een meetkundige figuur – een bol. Alles wat Escher in een kamer
omringt en Escher zelf worden gespiegeld in deze weerkaatsende bal. Het
binnenste van een kamer, vier muren, vloer en plafond, alles, hoewel naar de
buitenkant getrokken, wordt samengebracht in één kleine cirkel. Die kleine
cirkel bevindt zich eigenlijk op ons hoofd of beter gezegd in een punt tussen
de ogen . We kunnen rond zulke bal heen bewegen maar nooit zouden we in staat
zijn om dat punt dat het midden van onze waarneming is te veranderen omdat wij
klakkeloos het brandpunt van onze eigen wereld zijn.
Нема коментара:
Постави коментар