петак, 4. мај 2012.

Dit is magie III deel



‘’Ik zag plotseling, over zijn schouder, dat een licht thans heel dichtbij was gekomen....Dan zouden we nu in dit land lopen... dan zijn we thans DOOD...’’ Waar zijn ze? Hoe laat is het? Hoeveel seconden, minuten, uren zijn voorbij? Zijn ze eigenlijk dood? Volgens een aantal magisch – realistisch element kan men veronderstellen dat hun lijven in de trein zijn maar dat hun ziel of (volgens Plato) hun Idee ergens anders aan het dwalen is.
            ‘’Al pratend zijn we aardig dicht bij een van de lichten gekomen, ...Ik meen ginder zelfs de silhouet van een huis te kunnen ontwaren... GESPOORD door het licht liepen we nu weer stevig door. Er werden niet veel meer gesproken; ieder van ons had wellicht genoeg aan zichzelf, om zichzelf, om zich in stilte voor te bereiden op de mogelijke ongewone voorzetting... op de mogelijke doodgewone ontknoping van ons avontuur, die we tegemoet schreden... Daarna keken we stil om ons heen. De herberg stond aan de weg...’’  De stille, griezelige, kille, duistere sfeer doet denken aan Parc de Sceaux  of  De laatste bezoekers van Pompeii  die door C. Willink geschilderd zijn. De herberg vertegenwoordigd hun laatste bestemming want ze weldra komen te weten tot welke wereld ze behoren. Daar ontmoetten ze verschillende mensen maar ze begrepen hen niet. De onmogelijkheid om de anderen te verstaan of begrijpen kan verwijzen naar de verschillende situaties waarin  ze zijn beland. ‘’Waar rijdt je die trem dan heen?... Weet ik veel. Maar het zal ergens naar toe zijn!’ ratelde Val’’. ‘’EN HIJ RENDE WEG. In het donker hoorde ik het dravende geluid van Val’s stappen zich verdwijnen. Het treintje zette zich reeds in de beweging. ‘Het andere leven’ had ik nog willen roepen, ‘maar welk ander leven, Val?’ Dat van gisteren, vóór ons avontuur? Dat van je thuis, je ouders... of het wezenlijk andere?... De trem reed weg. Hij kwam niet langs de herberg; natuurlijk niet – hier lagen immers geen rails’’ Terwijl Val met de trem naar de dood heeft gereisd hebben ik – figuur en professor voor de trein gekozen: ‘’U bent gered’’ zei de verpleegster, ‘’U is alleen verdoofd geweest. U hebt niets... De trein’’ – ze zijn het leven teruggekomen. Opnieuw merken we magische elementen qua beschrijving van de relatie tussen het leven en de dood, tussen hier en daar; we weten eigenlijk niet of het echt gebeurde of het alleen een droom, een fantasie was.
            Een voorbeeld van het magisch – realistisch element bij uitstek treft men aan op het eind van het boek. ‘’ Ademloos stond ik over hem (Val) gebogen. En toen, op de grond, bemerkte ik zijn speelkaarten, die uit de zak van zijn pantalon moesten zijn gegleden. Allemaal lagen ze met de bovenkant naar onderen, behalve ene: hartenvrouw!... De zuster stond aan de andere zijde van de draagbaar en volgde met een wonderlijke blik al mijn bewegingen. Ik liet haar traag de kaart zien. Haar ogen glansden, maar... ze bleef zwijgen. Toen stak ze langzaam haar hand uit , nam de kaart en schoof ze... op het hart van het studentje. ‘Scheidt ons die dood, of verbiendt hij ons?’’ Er was vast en zeker geen betere manier waarop Daisne De trein der traagheid  kon  beëindigen en tegelijkertijd om zijn romantisch magisch – realisme te ‘verdedigen’. Met de laatste zin / vraag wordt er elke lezer ertoe gedwongen om een vraag te stellen: Wie is er  dood, en wie leeft er nog? Het aantwoord hangt van ons geloof en overtuigingen af. Als we ertoe geneigd zijn om in relativiteit en bovenzinnelijke – magie te geloven dan kunnen we ook geloven in Hernhutter’s theorie: we leven maar tegelijkertijd zijn we dood (in een andere dimensie, periode, op een andere plaats).
            Hoewel het moeilijk is om te beperken wat tot magisch realisme behoort en hoe men deze richting makkelijker kan uitlegen, zijn er bepalde elementen en kenmerken die de werken van magisch realisten bijzonder maken. Men kan dat misschien het best begrijpen door de aanhaling van  Daisne:’’ Dat ons leven op aarde niet eigenlijk op zichzelf bestaat; dat het louter een spel is van schaduwen en echo’s neergeworpen door paradeigmata, die de eeuwige oer – en voorbeelden die ergens in een stralende hemel ademen;... En zo is mijn roman geworden als een tocht van liefde, verdriet, angst en verlangen, op zoek naar Platoon’s gelukzalige hemel, binnen een stook van alledaagse realiteit’’




Нема коментара:

Постави коментар