уторак, 29. мај 2012.

Iets over leugens

Enkele dagen geleden vond ik een heel interessante site die verschillende informatie qua samenleving, psychologie en nog wat aanbiedt. Er waren enkele artikels die leugens en leugenaars proberen duijdelijker te maken of toe te lichten. Bijv. wisten jullie dat ons eerste leugentje rond ons derde jaar verteld is of dat een gesprek van 10 minuten tenminste 1 leugen bevat?

Hier is een korte samenvatting van een van vele artikelen die jullie op InfoNu.nl kunnen vinden.

 
Psychologie Magazine heeft een onderzoek over het liegen en leugenaars gedaan dat vele vragen heeft beantwoord. Uit dit onderzoek blijkt dat men in het algemeen niet zo getalenteerd is om iemand zijn leugens door te prikken omdat men aan de verkeerd gebaren en signalen aandacht schenkt.
Door een internet onderzoek hadden lezers van Psychologie Magazine  een kans om deel aan een ‘zelftest’ te nemen zodat ze kunnen zien wat ze tijdens het liegen doen. Op die manier realiseerden ze zich dat sommige traditionele tekenen van het liegen zoals de vermijding van oogcontact of nerveuze gebaren alleen maar een mythe  zijn.
Volgens wetenschappers is het meest efficiënte teken  waardoor je een leugenaar kan herkennen in het verhaal en dat wil zeggen in de leugen zelf te vinden en niet bij de lichaamstaal. Indien iemand aarzelt om de kern van zijn bevestiging te uiten, indien hij of zij bepaalde delen te zwaar verdedigt of aanvalt of indien een bevestiging vol met tegenstellingen zit dan gaat het waarschijnlijk over een leugen. Een glad verhaal dat te perfect en gedetailleerd is blijkt dus doorgaans een leugen te zijn terwijl een verandering van heel druk naar heel kalm gedrag (of omgekeerd) betekent niet onmiddellijk dat iemand liegt maar kan alleen verwijzen naar zenuwachtigheid.
Uit  het onderzoek blijkt ook dat mensen meestal liegen over de dingen die ze het meest belangrijk en waardevol vinden. Daarom zullen vrouwen meestal over hun smaak en gewicht liegen terwijl mannen over hun status, salaris of over de kwaliteit van het seksleven liegen.

Meer info's kunnen jullie hier vinden:

среда, 23. мај 2012.

Het is nie meer grappig!

Eén van de belangrijkste factoren om humor als humor te beschouwen (zodat iedereen het plezierig en grappig zou vinden) is tijd. Ik herinner mij een situatie waarin mijn grappige vader zei: “Sonja, waarom ben je zo ontevreden dat ik je nu zeg dat ik een vriendin heb (na 4 jaren zei hij mij dat)? Zou je vrolijker zijn als ik zeg dat ik een man heb gevonden?” Hahaha, zou ik nu zeggen.  Maar toen leek zijn grapje zo onverschillig, ongevoelig en zo misplaats, dat het heel pijnlijk voor mij was. De echtscheiding zat immers nog vers in mijn geheugen. Zo’n grapje vond ik toen helemaal niet rechtvaardig. Daarom speelt tijd een grote rol.
Verder speelt er een persoonelijke zaak een uitzonderlijk grote rol. Bijvoorbeeld enkele jaren geleden zag ik een meisje dat de straat wilde oversteken. Ze was invalide. Toen zei mijn vriendin: “Ze zou een touwtje moeten gebruiken om de straat als Catwoman te kunnen oversteken.” Iemand anders zou daarom lachen, maar ik niet. Omdat ik  weet hoe moeilijk het is om met zulke problemen te kampen. Dat geldt ook voor de racistische moppen Een blanke man zal lachen om een mop over kleurlingen.  Maar wat zullen de kleurlingen zelf doen? Een brunette zal lachen met domme blondjesmoppen. Dus, er moet empthie  bestaan want we dan vermijden iemand te kwetsen vanwege haar of zijn persoonlijke redenen.
Ook is de manier waarop iemand iets zegt heel erg belangrijk om het verschil tussen een grapje of een mop en tussen haat zaaien, onbeleefdheid en gebrek aan medelijden te kunnen maken. Bijvoorbeeld als iemand zegt tegen iemand anders dat hij of zij zou in Laza Lzarević moeten zitten (één van de meest beruchte psychiatrische instellingen in Servië) dan vind ik dat helemaal niet  grappig. Maar indien iemand dat op een geestige, onschuldige manier zegt of als de intonatie niet beledigend is dan kan men het als een soort grappje beschouwen.
 Of iets als een mop beschouwd kan worden hangt ook van onze algemene cultuur en onze kennis af. Bijvoorbeeld, als iemand over Osama Bin Laden moppen maakt, zou ik ook zeggen dat het niet grappig is, omdat zulke  persoon vol vooroordelen zit. En waarom is dat niet grappig? Omdat als iemand denkt dat iedereen die uit het Midden Oosten komt een terrorist is, dan praten we niet over mopjes maar over onze eigen onwetendheid  en onverdraagzaamheid.
Er is een te groot verschil tussen een mop of een grap en haat zaaien. Maar wat ons zal bevrijden is het verstand. Indien iemand een grapje, hoewel het ongeschikt  wat tijd, manier en plaats betreft is, zegt, dan is dat onvergefelijk. Maar als iemand een goeie tijd, plaats en manier kiest om een grap te vertellen, dan betekent dat dat ons leven toch een sprankeltje humor heeft, en daardoor ook geluk.

петак, 4. мај 2012.

Dit is magie III deel



‘’Ik zag plotseling, over zijn schouder, dat een licht thans heel dichtbij was gekomen....Dan zouden we nu in dit land lopen... dan zijn we thans DOOD...’’ Waar zijn ze? Hoe laat is het? Hoeveel seconden, minuten, uren zijn voorbij? Zijn ze eigenlijk dood? Volgens een aantal magisch – realistisch element kan men veronderstellen dat hun lijven in de trein zijn maar dat hun ziel of (volgens Plato) hun Idee ergens anders aan het dwalen is.
            ‘’Al pratend zijn we aardig dicht bij een van de lichten gekomen, ...Ik meen ginder zelfs de silhouet van een huis te kunnen ontwaren... GESPOORD door het licht liepen we nu weer stevig door. Er werden niet veel meer gesproken; ieder van ons had wellicht genoeg aan zichzelf, om zichzelf, om zich in stilte voor te bereiden op de mogelijke ongewone voorzetting... op de mogelijke doodgewone ontknoping van ons avontuur, die we tegemoet schreden... Daarna keken we stil om ons heen. De herberg stond aan de weg...’’  De stille, griezelige, kille, duistere sfeer doet denken aan Parc de Sceaux  of  De laatste bezoekers van Pompeii  die door C. Willink geschilderd zijn. De herberg vertegenwoordigd hun laatste bestemming want ze weldra komen te weten tot welke wereld ze behoren. Daar ontmoetten ze verschillende mensen maar ze begrepen hen niet. De onmogelijkheid om de anderen te verstaan of begrijpen kan verwijzen naar de verschillende situaties waarin  ze zijn beland. ‘’Waar rijdt je die trem dan heen?... Weet ik veel. Maar het zal ergens naar toe zijn!’ ratelde Val’’. ‘’EN HIJ RENDE WEG. In het donker hoorde ik het dravende geluid van Val’s stappen zich verdwijnen. Het treintje zette zich reeds in de beweging. ‘Het andere leven’ had ik nog willen roepen, ‘maar welk ander leven, Val?’ Dat van gisteren, vóór ons avontuur? Dat van je thuis, je ouders... of het wezenlijk andere?... De trem reed weg. Hij kwam niet langs de herberg; natuurlijk niet – hier lagen immers geen rails’’ Terwijl Val met de trem naar de dood heeft gereisd hebben ik – figuur en professor voor de trein gekozen: ‘’U bent gered’’ zei de verpleegster, ‘’U is alleen verdoofd geweest. U hebt niets... De trein’’ – ze zijn het leven teruggekomen. Opnieuw merken we magische elementen qua beschrijving van de relatie tussen het leven en de dood, tussen hier en daar; we weten eigenlijk niet of het echt gebeurde of het alleen een droom, een fantasie was.
            Een voorbeeld van het magisch – realistisch element bij uitstek treft men aan op het eind van het boek. ‘’ Ademloos stond ik over hem (Val) gebogen. En toen, op de grond, bemerkte ik zijn speelkaarten, die uit de zak van zijn pantalon moesten zijn gegleden. Allemaal lagen ze met de bovenkant naar onderen, behalve ene: hartenvrouw!... De zuster stond aan de andere zijde van de draagbaar en volgde met een wonderlijke blik al mijn bewegingen. Ik liet haar traag de kaart zien. Haar ogen glansden, maar... ze bleef zwijgen. Toen stak ze langzaam haar hand uit , nam de kaart en schoof ze... op het hart van het studentje. ‘Scheidt ons die dood, of verbiendt hij ons?’’ Er was vast en zeker geen betere manier waarop Daisne De trein der traagheid  kon  beëindigen en tegelijkertijd om zijn romantisch magisch – realisme te ‘verdedigen’. Met de laatste zin / vraag wordt er elke lezer ertoe gedwongen om een vraag te stellen: Wie is er  dood, en wie leeft er nog? Het aantwoord hangt van ons geloof en overtuigingen af. Als we ertoe geneigd zijn om in relativiteit en bovenzinnelijke – magie te geloven dan kunnen we ook geloven in Hernhutter’s theorie: we leven maar tegelijkertijd zijn we dood (in een andere dimensie, periode, op een andere plaats).
            Hoewel het moeilijk is om te beperken wat tot magisch realisme behoort en hoe men deze richting makkelijker kan uitlegen, zijn er bepalde elementen en kenmerken die de werken van magisch realisten bijzonder maken. Men kan dat misschien het best begrijpen door de aanhaling van  Daisne:’’ Dat ons leven op aarde niet eigenlijk op zichzelf bestaat; dat het louter een spel is van schaduwen en echo’s neergeworpen door paradeigmata, die de eeuwige oer – en voorbeelden die ergens in een stralende hemel ademen;... En zo is mijn roman geworden als een tocht van liefde, verdriet, angst en verlangen, op zoek naar Platoon’s gelukzalige hemel, binnen een stook van alledaagse realiteit’’